Stilstandvoorziening voor vogels is maatwerk
Nieuw inzicht biedt meer bescherming voor vogels
Trekvogels die de Tweede Maasvlakte passeren en de broedvogels die er wonen willen we zo goed mogelijk beschermen. Hiervoor doen we meer dan wat de wet Natuurbescherming voorschrijft. Daarom werken we aan een maatwerk stilstandvoorziening, die aansluit bij het gedrag van de vogels op de Tweede Maasvlakte. Hoe ziet de stilstandvoorziening er in detail uit?
Op basis van onderzoek en gedegen analyse krijgen we steeds preciezer inzicht in het gedrag van de vogels in dit gebied. Dit inzicht is onze leidraad naar de maatwerk ‘regels’ die bepalen bij welke omstandigheden we de windturbines het beste kunnen stilzetten. Zodat meer vogels ongehinderd kunnen passeren en vertoeven bij de Tweede Maasvlakte.
Trekvogels
De stilstand voor trekvogels gaat uit van een aantal basisregels. In het najaar geldt dat de meeste vogels het liefst ’s nachts vliegen, als het op 15 meter hoogte zo ongeveer 3 tot 7 meter per seconde waait. Dat is ongeveer windkracht 4. Daarbij is de wind noordoostelijk (NO) en oostzuidoostelijk (OZO). Vogels zijn slim want bij deze omstandigheden hebben zij de wind in de rug of een beetje opzij. Ze houden er trouwens niet van om in de regen te vliegen.

Voor de najaarstrek, die in de maanden september, oktober en november plaatsvindt, is een goede instelling van de regels voor de stilstandvoorziening dan:
- De windrichting is tussen 45º en 112,5º (NO – OZO);
- De windsnelheid is tussen 3 en 7 m/s op 15m hoogte. Dit meten we bij KNMI-station Hoek van Holland;
- Er valt geen neerslag (< 1 mm/hr);
- Het is tussen het eerste en negende uur na zonsondergang.
We bepalen één dag van tevoren of al deze regels tegelijkertijd plaatsvinden. Is dat het geval? Dan zetten we alle 22 molens stil. Op de dag zelf detecteert de vogelradar of er inderdaad trekvogels in de buurt vliegen. Zijn ze er niet of zijn ze inmiddels voorbij gevlogen? Dan gaan de turbines weer aan. In eerste instantie wilden we dit 100 uur per jaar doen. Toen gingen we ervan uit dat vogels bij veel hardere wind zouden vliegen en we dus veel verlies van energieproductie zouden hebben.
Extra uren stilstand
Nu we weten dat vogels bij lagere windsnelheden vliegen, kunnen de turbines meer uren stilstaan. Het werkt namelijk als volgt. Als alle molens stilstaan is er geen energieproductie. Als het hard waait en alle molens draaien is er veel energieproductie. Dit geldt ook andersom. En als we de molens stilzetten bij een lagere windsnelheid is het verlies van energieproductie ook minder. Daarom hebben we besloten om het oorspronkelijke aantal stilstand uren te vergroten. We nemen 50 uren extra op, die ingezet worden als de beschreven omstandigheden zich voordoen.
In totaal dus 150 uur stilstand voor het hele park. Hierdoor kunnen veel meer vogels ongehinderd passeren.
Niet gebruikte uren sparen
En als in een jaar de 150 uren niet gehaald worden? Dan bewaren we de uren en gebruiken we ze weer in het volgende jaar of het jaar daarna. Geen enkel jaar is immers hetzelfde.

Broedvogels
Voor broedkolonies op de Tweede Maasvlakte, zoals de kleine mantelmeeuw, de zilvermeeuw en de visdief zijn we extra voorzichting. In de periode van 1 maart tot en met 31 augustus kunnen we hiervoor elke windturbine apart nog eens 50 uur per jaar stilzetten. Dit is bovenop de 150 uur voor de trekvogels. Deze stilstand zal juist overdag zijn. Van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. De radar monitort bijvoorbeeld of er 10 of meer broedvogels in de buurt zijn en deze gegevens combineren we dan met de gegevens van 4 waarnemers, die lokaal aanwezig zijn. Deze waarnemers brengen live de vliegbewegingen meerdere keren per dag in kaart. Zo krijgen we steeds beter inzicht in de routes, die de lokale broedvogels vliegen en weten we precies welke turbine we wanneer moeten stilzetten.
Al eerder vertelden we over onze aanpak. Lees ook het artikel over de Robin Radar en over het stilzetten van de wieken.
Onderzoek met de vogelradar heeft ons veel geholpen bij het vaststellen van de aangepaste regels. Het is slechts een begin, want we blijven het vogelgedrag en de effectiviteit van de regels en de waarnemingen monitoren en indien nodig en mogelijk verder aanscherpen.